Het geheim van Zusje

Het ontstaan van een scenario is vaak een boeiend verhaal op zich. In deze aflevering van De Conceptie: hoe Robert Jan Westdijk door de lens van een videocamera een verhaal zag ontstaan.

Robert Jan Westdijk, in een variant op de poster van Zusje (foto Caroline Jongebreir)

Sommige ideeën beginnen met wat vage contouren, heel soms zijn ze direct kraakhelder. Vrijwel niemand heeft beelden van zo’n eureka-moment. Robert Jan Westdijk wel. Voor de onstaansgeschiedenis van zijn debuutfilm Zusje moet je terugspoelen naar het einde van de jaren tachtig. Westdijk zet zijn zus af bij een Amsterdams hotel. Daar wordt ze opgewacht door een Italiaans vakantievriendje. Dat is even verrast als hij hen ziet naderen. Waarschijnlijk hoopte hij dat ze alleen was. Maar er is nog iets, Westdijk filmt alles. “Ik zie je morgen wel weer”, roept zijn zus snel. Terwijl Westdijk vertrekt, borrelt er in zijn brein een vraag op: wat zou er gebeuren als ik mee naar binnen ga en wél doorga met filmen? Dat wordt heel pijnlijk. Maar ook intrigerend. Kort daarop begint hij met schrijven.

Maar even: waarom filmt Westdijk dit soort privémomenten? De behoefte om alles vast te leggen heeft een voorgeschiedenis. Die begint jaren eerder. Hij woont dan nog bij zijn ouders. Als die een Super 8camera aanschaffen, ontpopt de jonge Westdijk zich als de familiefilmer. Hij schiet niet alleen vakantiefilms, maar waagt zich ook aan fictie. Zo bedenkt hij grappige filmpjes met een pointe, maar hij maakt bijvoorbeeld ook Egon en het ik-tijdperk, een zwart-witfilm over een eenzame jongen met muziek van The Cure. Nog voor zijn toelating op de Filmacademie draait hij al uren materiaal.

Westdijk moet toezien hoe zijn matrixprinter veel te lang doet over het afdrukken van zijn plan. Hierdoor mist hij de deadline, hij mag geen eindexamenfilm maken

Als jonge filmstudent maakt hij aanvankelijk een vliegende start, maar later raakt hij naar eigen zeggen “een beetje in de knel”. Als hij zoekt naar het juiste idee voor zijn eindexamenfilm, slaat de twijfel toe. Steeds levert hij weer nieuwe plannen in. Zijn laatste poging heeft hij nog net op tijd af, maar helaas is het email tijdperk nog niet aangebroken. Westdijk moet toezien hoe zijn matrixprinter veel te lang doet over het afdrukken van zijn plan. Hierdoor mist hij de deadline, hij mag geen eindexamenfilm maken. Westdijk studeert uiteindelijk toch nog af op het vak montage. Hij edit het eindwerk van zijn studiegenoot Jos Driessen.

Na afloop neemt hij een besluit: “Ik ga gewoon filmen.” Met zijn videocamera legt hij vast wat er om hem heen gebeurt en gebruikt daarvoor zijn opgedane vakkennis. Verder maakt hij bedrijfsvideo’s en met het geld dat hij verdient koopt hij zo nu en dan een beetje vrijheid. Daarmee kan hij bijvoorbeeld verder schaven aan het idee dat hij kreeg tijdens het filmen van zijn zus en haar vriendje. Hij ziet een subjectief vertelde film voor zich, geschoten op video. Hierin dringt een broer na een periode van afwezigheid met een draaiende camera het leven van zijn zus en haar vriendje binnen. Helaas nemen de bedrijfsvideo’s en “allerlei andere afleidende zaken” flinke happen uit zijn tijd. Het project krijgt maar geen vleugels.  

Dat verandert als hij de oceaan overvliegt. In de Verenigde Staten logeert hij bij zijn schoonzus en haar ondernemende partner. Die laatste luistert regelmatig naar motivational talks. Zo vangt Westdijk een zin op die hem prikkelt. “Ik weet niet of het citaat helemaal klopt”, zegt Westdijk nu. “Maar het was zoiets als: ‘Too many people get stuck in their jobs and forget their careers’.” Inderdaad, motivational. Moet hij zijn leven lang bedrijfsvideo’s blijven maken?

Terug op Nederlandse bodem belt hij studievriend Jos Driessen. Die werkt weleens mee aan de bedrijfsproducties en is ook goed bekend met de beeldtaal van video. Omdat Westdijk wil dat zijn eerste speelfilm eruitziet als een lange home movie, formuleren ze nauwgezet wat de broer, Martijn, meestal onzichtbaar achter zijn camera, vastlegt terwijl hij zijn zusje Daantje op de hielen zit. Typische kenmerken van video worden speels gebruikt, zoals beeldruis en spoelen.

Westdijk wordt beïnvloed door films als Stranger than Paradise van Jim Jarmusch en She’s gotta have it van Spike Lee. Allebei producties met een eigen beeldtaal, maar Westdijk raakt ook geïnspireerd door de do it yourself-mentaliteit van deze makers. Ze werkten met een laag budget, onafhankelijk van studio’s. Westdijk klopt niet aan de bij de fondsen maar richt een zogenoemde commanditaire vennootschap op, een financiële constructie waarin bedrijven en particulieren aandelen kunnen kopen in de film. Uiteindelijk start hij in alle vrijheid met een budget van honderdduizend gulden, zo’n 48.0000 euro. Bij de financiering krijgt hij hulp van de jonge juriste Clea de Koning. Na het lezen van het dan al vele malen herschreven scenario heeft ze een aantal vragen. Waarom doet die broer zo vreemd? En hoe komt het dat ze elkaar zolang niet hebben gezien? Het nuchtere commentaar zet Westdijk en Driessen aan het denken. Er ontbreekt nog een psychologische verklaring. Ze werken aan een nieuwe backstory, waarin de beelden gaandeweg een familiegeheim onthullen. De ingrediënten die al aanwezig waren vanaf de eerste impuls – een zus, een broer, een vriendje en een camera – krijgen nu een diepere lading. Zo ontstaat na een jaar of zeven af en aan schrijven een hecht sluitend script.

De spotgoedkope, op video gedraaide film van onbekende makers wordt tijdens het Nederlands Filmfestival van 1995 een verrassende hype. Westdijk en De Koning nemen zelfs een Gouden Kalf voor Beste Film in ontvangst. Critici en publiek hebben soms het gevoel dat de film grotendeels is geïmproviseerd. Alles lijkt zo levensecht. Waarschijnlijk komt dat door het naturelle spel van de debuteerde Kim van Kooten (door de Telegraaf uitgeroepen tot ‘kroonprinses van de Domstad’), die Daantje speelt, en de relatief onervaren Roeland Fernhout in de rol van haar vriendje Ramon.  Uiteraard draagt ook de zo bewust gekozen videostijl bij aan de spontaniteit. Maar de basis was toch echt een geraffineerd scenario.

Met dank aan Robert Jan Westdijk.

Wat zoek je?