Het stuurloze alter ego van Truffaut
Het ontstaan van een scenario is vaak een spannend verhaal op zich. In deze aflevering van onze rubriek ‘de conceptie’ het autobiografische karakter van François Truffauts befaamde debuut Les quatre cents Coups.
François Truffaut begreep al op jonge leeftijd dat hij een ongewenst kind was. Toen zijn ongehuwde moeder als tiener zwanger raakte overwoog ze abortus, maar werd daarvan weerhouden door haar familie. Na enkele gelukkige jaren bij zijn grootouders trok François in bij zijn moeder en haar nieuwe echtgenoot, wiens achternaam hij kreeg.
Het gezin woonde in een flatje in Parijs, waar de jongen sliep in een opklapbed op de gang. Zijn jonge ouders lieten hem soms hele weekenden alleen om uit te gaan. Eens betrapte hij zijn moeder op ontrouw, wat de thuissituatie niet gezelliger maakte.
François vond soelaas in boeken en films. Hij spijbelde geregeld van school voor bioscoopbezoek. Toen hij door de meester op zijn afwezigheid werd aangesproken, beweerde hij dat zijn moeder was overleden. De leugen leverde hem een pak slaag van zijn stiefvader op voor de ogen van de hele klas. Om zijn lees- en filmhonger te bekostigen jatte François ook spullen van zijn ouders. Toen hij werd gesnapt bij het stelen van een schrijfmachine uit het kantoor van zijn stiefvader was de maat vol. Zijn ouders brachten hem naar de politie en hij werd veroordeeld tot zes maanden jeugddetentie.
Na deze troosteloze tijd gebeurde er iets wonderbaarlijks. Filmjournalist André Bazin nam Truffaut onder zijn vleugels. Onder zijn patronage groeide de probleemjongen in vijftien jaar uit tot een van de scherpste, spraakmakendste filmrecensenten van Frankrijk. En de meest gehate! Truffauts vileine aanvallen op de Franse cinema maakten hem persona non grata op het Cannes Filmfestival. Onderwijl had hij al zijn zinnen gezet op een carrière als regisseur. Nadat zijn korte film Les Mistons goed was ontvangen, werd het tijd voor zijn speelfilmdebuut.
Zijn debuut moest een persoonlijke, schurende film worden. En wat was daarvoor geschikter dan zijn eigen traumatische jeugd?
Truffauts voornaamste kritiek op de gevestigde Franse filmmakers was dat ze braaf, onpersoonlijk kwaliteitsdrama leverden. Vandaar dat zijn debuut een persoonlijke, schurende film moest worden. En wat was daarvoor geschikter dan zijn eigen traumatische jeugd? Oorspronkelijk wilde hij er slechts een episode uit een omnibusfilm van maken, maar toen hij met zijn jeugdvriend Robert Lachernay herinneringen begon op te halen, werd duidelijk dat deze een volwaardige speelfilm waard waren.
Voor het script ging de regisseur een partnerschap aan met roman- en televisieschrijver Marcel Moussy, die kon putten uit zijn ervaring als leerkracht en een strakke narratieve structuur aanbracht in Truffauts verhalen. Omdat hij een ‘zeurderige en navelstaarderige bekentenis’ wilde vermijden, verdiepte Truffaut zich in psychologische vakliteratuur over jonge criminelen en sprak hij met kinderrechters en maatschappelijk werkers.
Toch bleef Truffauts eigen jeugd de voornaamste inspiratiebron. Hoewel de naam van de hoofdpersoon werd veranderd in Antoine Doinel is vrijwel alles wat er gebeurt in Les quatre cents Coups geplukt uit zijn eigen leven, behalve het fictieve slot, waarin de jongen ontsnapt uit de jeugdgevangenis en mogelijk ook aan zijn verleden.
Het levensverhaal van Truffaut sprak tot de verbeelding: van jonge dief tot treiterrecensent, die vervolgens verandert in regisseur van gevoelige films
Het resultaat overtrof alle verwachtingen. Het rauwe, eerlijke en compassievolle portret van een ontsporende jongen werd in 1959 de sensatie van het Cannes Filmfestival, dat hem een jaar eerder nog had uitgesloten. Het levensverhaal van Truffaut, dat door de pers breed werd uitgemeten, sprak tot de verbeelding: van jonge dief tot treiterrecensent, die vervolgens weer totaal onverwachts verandert in een regisseur van gevoelige films. Truffauts reputatie was gevestigd. Dit kwam echter wel met een prijs. Het weinig vleiende portret van zijn ouders leidde tot een definitieve breuk.
Weinig films worden zo vereenzelvigd met de regisseur als Les quatre cents Coups. Meer dan de regisseur zelf soms lief was. Een studie van Truffauts biografie maakt echter duidelijk dat enkele nuanceringen op hun plaats zijn. Zo was bijvoorbeeld zijn vriend Robert en niet, zoals in de film, Antoine/François de initiator van de streken van de twee. Vanzelfsprekend zitten er in het scenario ook de noodzakelijke stileringen: Truffaut perst ervaringen van enkele jaren samen in een verhaal dat maanden omvat.
Maar vooral dat wat niet wordt vermeld werpt een ander licht op het beeld van een kommervolle jeugd. Truffauts ouders waren niet zo op zichzelf gericht als Les quatre cents Coups suggereert. Ze stimuleerden de literaire interesse van hun zoon, en ook leraren op school onderkenden dat deze lastige jongen intelligent en belezen was.
Als tiener begon Truffaut al met het organiseren van goed bezochte filmclubs en legde daarvoor contact met voorname regisseurs, distribiteurs en journalisten, onder wie zijn latere beschermer Bazin. Dit duidt op een dosis ambitie, talent en toewijding op jonge leeftijd. Het stelen van de schrijfmachine dat voor zoveel ellende had gezorgd, was bedoeld om deze ondernemingen te bekostigen, niet de zinloze ad hoc-actie die je ziet in de film.
In de werkelijkheid zien we niet een stuurloze ‘Antoine Doinel’, maar eerder de eerste activiteiten van de slimme, ambitieuze carrièreman Truffaut. Zo blijkt zijn onverwachtse sprong naar succes uiteindelijk toch net iets minder wonderbaarlijk. In de vier films die Truffaut nog zou maken over zijn alter ego blijft Antoine een sympathieke loser. Want dat is nu eenmaal interessanter dan een internationaal vermaard artiest.
Bronnen:
Antoine de Baecque, Serge Toubriana, Truffaut: A biography, University of California Press (2000)
Richard Neupert, A History of the French New Wave, The University of Wisconsin Press (2007)