De verantwoordelijkheid om nieuwe beelden te scheppen

Ilse Ott is schrijfster van de Centraal-film Afua (2019, hier te zien) en telefilm Vind die domme trut en gooi haar in de rivier (2017). “Ik heb een haast obsessieve houding wat leren betreft.”

Schrijft u momenteel aan iets?
Ik zit middenin de Oversteek-scriptontwikkeling. Het is de laatste ronde en half mei is de deadline (waar ik nu liever nog even niet aan wil denken). Daarnaast schrijf ik aan mijn filmscript voor de Vrijplaats, alleen heb ik hiervoor de deadline iets moeten verschuiven omdat de Oversteek ertussen kwam en het mij (nog) niet lukt om twee filmscripts in een jaar te schrijven (kunnen mensen dat?). Verder ben ik betrokken bij verschillende pitches voor series, wat nieuw voor mij is, maar heel leuk.

Ik heb altijd heel veel ideeën en vind veel dingen leuk. En omdat je altijd de onzekerheid hebt of plannen toegekend worden of niet heb ik vorig jaar een aantal ballen in de lucht gegooid. Alleen zijn er daarvan meer blijven hangen dan ik had verwacht. Te gek natuurlijk, alleen is het nu wel een beetje veel. Maar hé, ik ga hier echt niet zitten klagen hoor.
 
Is schrijven uw hoofdberoep?
Ja. Ik ben van huis uit actrice en heb altijd veel theater en televisie gedaan. Maar op een gegeven moment was ik er klaar mee om alleen maar het poppetje in iemands anders’ verhaal te zijn. Ik wilde mijn eigen verhalen vertellen. Daarbij ben je als actrice afhankelijk van de rollen die je krijgt en voelde ik dat ik niet verder kwam. Ik wilde me ontwikkelen, mezelf uitdagen. 

Vijf jaar gelden ben ik begonnen met schrijven, wat resulteerde in Vind die domme trut en gooi haar in de rivier. Ik speel nog wel hoor, maar meer televisiedingen, een paar draaidagen hier en daar. Ik wil niet dat het ten koste gaat van mijn schrijven. Mensen vragen vaak: wat doe je liever, spelen of schrijven? Beide, zeg ik dan. Er zitten aan beide beroepen leuke en minder leuke kanten. Maar ik ben het allebei en hoop het naast elkaar te kunnen blijven doen, want ik denk dat het spelen me een betere schrijver maakt en vice versa.
 
Wordt u gelukkig van schrijven?
Ja. Maar niet altijd hoor. God man, ik vind het soms zo ingewikkeld en moeilijk en confronterend. Heb ik nooit geweten, anders was ik er misschien niet aan begonnen. Maar het gekke is, dat je (ik in ieder geval) iedere keer weer vergeet hoe lastig het de vorige keer was. En dan begin je aan een nieuw project, vol goede moed, en dan denk je: o ja… zo was het. Net als bij een bevalling; je vergeet de pijn, anders begin je er nooit een tweede keer aan. Lang leve ons brein! Maar ik kan echt met volle overtuiging zeggen dat ik gelukkig word van schrijven, van nieuwe verhalen verzinnen. Wat een vrijheid. Het leukste vind ik dat je je in een nieuwe wereld mag onderdompelen. De research, het brainstormen en het gevoel dat je krijgt als alles samenvalt in een script. Daar kan geen drugs tegenop.
 
Voor welke film bent u onlangs naar de bioscoop gegaan? 
Ik moet tot mijn grote schaamte bekennen dat ik afgelopen maanden weinig heb gezien in de bioscoop. Maar ik heb wel in op de Berlinale bijzondere films gezien: Goodbye Golovin van de jonge Canadese regisseur Mathieu Grimard. Toen ik zijn kortje had gezien dacht ik: ‘wow, van deze filmmaker wil ik meer zien’. Een prachtige gevoelige schets van de jeugdige drang naar vrijheid, gezet in een troosteloze wijk in Kiev. En de aanstekelijke film Cuties (Mignonnes) van de Franse filmmaker Maïmouna Doucouré, die op Sundance de prijs voor beste regisseur heeft gewonnen (categorie World Cinema, Dramatic). 

De film had best wat overeenkomsten met Afua, dat ook gaat over een meisje op de drempel van kind naar volwassenheid, daarom was ik er nieuwsgierig naar. Ik was erg onder de indruk van de rücksichtlosheid; de regisseur – en schrijver –  was niet bang om dingen vet aan te zetten en de film ramvol te doen met sterke mise-en-scènes en mini-plotwendingen zonder de dramatische lijn te verliezen van het hoofdpersonage. Dan denk ik: zie je wel, het kan gewoon! Vaak inspireren buitenlandse films mij om niet ‘te braaf’ te zijn.
 
Wat is het laatste toneelstuk dat u heeft gezien?
Ik heb op het Theaterfestival ‘A seat at the table’ gezien van Saman Amini. Een voorstelling over racisme en uitsluiting. De voorstelling was confronterend (hard), grappig en de persoonlijke verhalen van de mannen waren intens ontroerend. Ook ‘Melk en dadels’ van Daria Bukvić vond ik geweldig. Ik vind dat we in zo’n verfrissende tijd leven als het om verhalen gaat. Het lijkt wel of er een hele nieuwe generatie makers opstaat die actuele issues bij de ballen grijpt en op een originele en authentieke manier de wereld in slingert. Echt te gek en enorm inspirerend.

Zelf voel ik ook de verantwoordelijkheid om nieuwe beelden te scheppen. Inspiratie voor mijn eigen plannen haal ik vaak uit de wereld om mij heen. Maar ook binnen projecten waar ik voor gevraagd word, probeer ik altijd te kijken naar een nieuwe manier van vertellen.  
 
Weet u wat er momenteel aan Nederlands drama op televisie is te zien?
Daar ben ik redelijk goed van op de hoogte, maar het is lastig alles echt te zien. Ik probeer in ieder geval van elke nieuwe Nederlandse serie de eerste paar afleveringen te kijken. En als ik echt hooked ben kijk ik verder. Er is veel crime; Mocro Maffia, Fenix, Hollands Hoop en Undercover… Toch blijf ik bij deze series kijken voor het drama en niet voor de actie, dat vind ik tof. Maar ook vind ik ons steeds sterker worden in comedy. Series als Rundfunk, Treur TV en de jeugdserie De regels van Floor vind ik fantastisch. Dat komt waarschijnlijk door mijn VPRO Villa Achterwerk-jeugd.
 
Heeft u behalve schrijven nog andere bronnen van inkomsten?
Ik kan van het schrijven leven, maar het voordeel van daarnaast acteren is dat ik met het geld dat ik daarmee verdien tijd kan vrijmaken om plannen te ontwikkelen die nog niet gefinancierd worden. Hierdoor kan ik mij in mijn schrijfwerk volledig richten op de dingen die ik écht wil maken en hoef ik niet te schrijven voor het geld. Tot nu toe dan hè, geen idee wat de toekomst gaat brengen. Want zowel het schrijven als acteren blijven onzekere beroepen.
 
Welke film had u willen schrijven?
Oké nu komen de moeilijke vragen… pff ik kan echt niet kiezen dus ik noem gewoon het eerste wat er in me op komt: Turist (Ruben Östlund) – om de pijnlijke grappige scenes, Better call Saul (serie, Vince Gilligan) – om het hoofdpersonage waar ik zo van ga houden, Amour (Michael Haneke) – om de eenvoud en de subtiele scènes, Jagten (Thomas Vinterberg) – om de invoelbare sociale spanning binnen het dorp, Mommy (Xavier Dolan) – de geweldige dynamiek tussen de twee hoofdpersonages, Synecdoche, New York (Charlie Kaufman) – om het immense bouwwerk van een script.
 
Wat is uw sterkste punt als schrijver?
Haha wat een rotvraag. Ik vind de volgende vraag ‘wat moet je nog leren’ makkelijker te beantwoorden. Maar goed. Ik denk dat ik een sterke intuïtie en dramaturgisch inzicht heb. Mijn man vindt er geen lol aan om met mij films te kijken, omdat ik vaak hardop roep wat er gaat gebeuren – wat dan ook vaak klopt. Ook denk ik dat het helpt dat ik als actrice gewend ben om me in personages te verplaatsen, en te denken vanuit een situatie. Verder krijg ik weleens terug dat mensen mijn scénes gelaagd en rijk aan details vinden.
 
Wat moet u als schrijver nog leren?
Alles. Omdat ik niet, zoals veel van mijn collega’s,  een scenario-opleiding heb gedaan (alleen het Binger Writerslab), heb ik een haast obsessieve houding wat leren betreft. Ik heb niet die gereedschapskist die je meekrijgt van school, dus haal ik mijn ‘tools’ uit masterclasses, labs, podcasts, e-books en het lezen van scripts van films en series die ik goed vind. Ik denk dat ik nog meer kan leren om deze ‘tools’ efficiënt toe te passen in mijn eigen werk. 

Verder ben ik aan het leren sneller te delen. Ik ben een enorme perfectionist en vaak onzeker over mijn werk – vind het nooit goed genoeg. Maar ik heb gemerkt dat het proces zoveel sneller gaat en fijner is als je er mensen bij betrekt. Daarbij wordt je werk er beter van. Ruben Östlund vertelde tijdens de Nederlandse première van The Square in Eye, vorig jaar, dat hij elk moment aangrijpt om een nieuw idee te pitchen aan mensen. Kijken hoe het valt. Hou het niet voor jezelf, deel het (aan de juiste mensen natuurlijk), dan krijg je feedback die je niet krijgt als je in je eentje achter je laptop zit. 
 
Van wie heeft u het vak geleerd?
Ik kan niet één iemand aanwijzen. Ik heb veel gehad aan de lessen van Molly Stensgaard tijdens het Binger Writerslab. Zij is de vaste editor van Lars von Trier en had zo’n heldere kijk op scriptschrijven. Verder leer ik veel van de mensen waar ik mee werk, regisseurs, producenten, dramaturgen. Maar ook van bevriende regisseurs en schrijvers. Ik zit in een paar app-pooltjes waarin we elkaar doodgooien met inspirerende YouTube-filmpjes en podcasts over schrijven en filmmaken. Slecht voor je sociale leven, maar goed voor de inspiratie.   
 
Aan wie moet de Ilse Ott schrijfbokaal worden uitgereikt?
Als ik dan een iemand moet noemen dan aan Vince Gilligan voor Better call Saul en Breaking Bad. Om de personages met al hun zwakheden, de humor, de hardheid en het originele plot.
 
Wilt u nog iets kwijt?
Schrijvers laat je horen! (eindelijk to the point).

Wat zoek je?