‘De kuthoer’: Telefilm over het giftige effect van social media

Van de nieuwe Telefilms heeft die van Daan Windhorst zonder enige twijfel de meest in het oog springende naam. Zijn film De kuthoer, gemaakt in samenwerking met regisseur Ivo van Aart, is op 8 januari 2020 te zien op NPO3. Windhorst, door collega’s omschreven als hilarisch en ontzettend snel schrijver van scenario’s, satire en toneel, is verantwoordelijk voor een aantal afleveringen van Harkum, de sci-fi comedy Missie aarde en Suspicious Minds. Daarnaast maakt hij sinds 2014 shows met het team van Goeiemorgen Lowlands!

Waar gaat de film over? 
“Over een columniste die op een dag de haatberichten onder haar columns en op social media niet meer trekt en besluit op bloederige manier wraak te nemen. Over haat en wraak dus, over een manier van communiceren waarin we elkaar keer op keer ontmenselijken en het ergste toewensen. En over de vraag of we daaruit kunnen breken, en hoe dan.”
 
Heb je zelf veel slechte ervaringen op social media? 
“Ik heb een tijdje satireartikelen geschreven voor De Correspondent. Daar werd ik er voor het eerst mee geconfronteerd hoeveel pijn die suffe berichten onder het artikel mij deden. En dat waren over het algemeen nog heel nette berichten, want het was De Correspondent – en ik ben een witte man, dat helpt ook. Ik schaamde me ook een beetje voor hoezeer ze me raakten. Op een bepaalde manier is de film voor mij een manier om met dat gevoel om te gaan, met die pijn die voortkwam uit mijn ego, uit een diepgewortelde wens om door iedereen fantastisch gevonden te worden.
 
Maar al snel, zeker in gesprek met Ivo, werd het groter en maatschappelijker. Zeker ook toen we besloten dat de hoofdpersonage een vrouw moest zijn, omdat het geweld dat die op sociale media ervaren nog veel naarder, persoonlijker en oneerlijker is. Het werd steeds meer een film over het giftige effect van social media, al die bewust verslavend gemaakte apps waar je zoveel haat op vindt, maar toch bewust doorheen blijft scrollen. Als mensen aan het eind van deze film besluiten toch maar hun twitteraccount te sluiten ben ik gelukkig.”


Hoe vond je het telefilmtraject? Heb je de andere Telefilms al gezien?
“Ik vond het heel fijn om een film te kunnen schrijven helemaal los van commerciële overwegingen. De enige feedback die ik kreeg was inhoudelijk, waardoor we echt iets hebben kunnen maken dat heel eigen was. De andere films heb ik nog niet gezien of gelezen. We hadden een gezamenlijke première, maar daarbij ging iedereen naar zijn eigen film. Best gek.”
 
Hoe ontstond de personage Femke Boot? 
“Veel van Femke is autobiografisch: haar haat-liefdeverhouding met twitter, haar verstandhouding tegenover de literaire wereld (uitvergroot wel, haha) en ook haar cynische gevoel voor humor. Daarna rees de vraag van wat voor personage het het grappigst, of onwaarschijnlijkst zou zijn dat ze een seriemoordenaar was. Dus werd ze een brave, witte Volkskrant-columniste.”
 
Dan ben ik natuurlijk ook benieuwd waar het karakter Steven Dood vandaan komt en of jij denkt dat schrijvers zich een ‘personality’ moeten aanmeten om te verkopen zoals in De kuthoer. 
“Ik vond het vooral heel leuk om een personage te introduceren die er veel meer uitziet als een seriemoordenaar dan de daadwerkelijke seriemoordenaar. Dat zegt voor mij iets over boeken niet beoordelen op hun omslag. Ik denk dat we met Anna, Femkes dochter, en Steven twee personages hebben die op een heel andere manier met tegenslagen en kritiek omgaan dan Femke.
 
Ik ben zelf niet heel kritisch tegenover schrijvers zoals Steven, die zichzelf mythologiseren. Het heeft iets lelijks en iets belachelijks, maar hun oven moet ook roken. Het is wel onderdeel van het hele personalitycircus dat we in de film op de hak nemen, dus we zijn er ook niet onkritisch over.” 

Je schrijft veel comedy, onder andere ook voor Harkum. Hoe weet je of iets grappig is of wordt? Lees je het hardop of laat je anderen het lezen?
“Een docent op de schrijfopleiding noemde mij ooit een dwangmatig humorist en daar valt wel iets voor te zeggen. Ik ben vaak op zoek naar dingen die verrassen, verhalen die een onverwachte wending nemen, ironische tegenstellingen – dingen waar we vaak om moeten lachen, omdat ze niet corresponderen met wat we verwachten van de wereld. Het wordt vaak een beetje per ongeluk grappig. Comedy schrijven vind ik daarom ook best lastig, want als het op commando is moet ik op een heel andere manier gaan schrijven. Harkum heb ik daarom ook vooral benaderd als een dramaserie die grappig mocht zijn (en BNNVARA noemt het ook consequent een ‘komische dramaserie’, dus misschien vinden ze hem daar niet zo grappig?).” 
 
Je maakt ook theater, wil je daar iets meer over vertellen? Hoe werkt dat precies en hoe beïnvloedt dat de manier waarop je scenario schrijft?
“Ik schrijf regelmatig toneelstukken. Zo schreef ik recent het young adult science fiction-stuk ‘Revolutions’ voor Het Nationale Theater. Dat schrijven is best vergelijkbaar met film. Maar omdat ik veel film en tv schrijf voel ik me in het theater altijd een beetje een outsider (daar zeggen ze dan dat ik ‘filmisch’ schrijf), terwijl ik me in de filmwereld juist een theaternerd voel (die veel te lange dialogen schrijft).
 
Daarnaast maak ik soms performances of presenteer ik. Zo maakte ik met Oscar Kocken en een team van schrijvers, acteurs en muzikanten zes jaar lang een live theatershow op Lowlands, over Lowlands. Dat is een heel andere tak van sport, zit dichter tegen cabaret aan, maar zelf voor een publiek staan geeft me wel veel inzicht en kennis over hoe een publiek reageert, hoe je grappen of verhalen zo bouwt dat je de emotionele reactie zo groot mogelijk maakt. Op een bepaalde manier zul je dat ook wel weer terugzien in mijn toneelstukken en films.”
 
Hoe schrijf je? Stilletjes op een kamer zoals Femke? In een druk café? Van 9 tot 5 of juist ’s nachts? Heb je rituelen of dingen die je doet voor inspiratie?
“Ik heb een kantoor, samen met Ivo. Op schrijfdagen loop ik daarheen en dan schrijf ik in de ochtend. Ik probeer altijd te stoppen voor ik niet meer weet hoe het verder moet, zodat ik de volgende dag meteen weet waar ik moet beginnen. Ik heb ook veel thuis geschreven, vaak aan de eettafel naast mijn vrouw, die ook schrijver is. De scènes in De kuthoer van Femke en Steven die naast elkaar zitten te schrijven, en waarin de een dan jaloers naar het drukke getik van de ander kijkt, dat is heel autobiografisch.”  
 
Waar kijk je zelf graag naar?
“Dingen die niet één ding zijn, maar op het snijvlak zitten van komedie en drama, zoals Fleabag, Tim Minchins nieuwe serie Upright (niemand kent ‘m nog, maar hij is prachtig) of Rian Johnsons nieuwe film Knives out. En als er dan ook nog een maatschappelijke woede in kan zitten, zoals bij de BBC’s The Thick of It, de films van Jordan Peele of HBO’s fantastische serie Succession dan kun je me wegdragen.
 
Ik kijk minder Nederlandse fictie dan ik zou moeten, deels omdat ik zoveel buitenlands werk kijk, en deels omdat ik nogal jaloers aangelegd ben. Maar ik ben groot fan van De regels van Floor. Ik ben jaloers op Dirk van Pelt en zijn scripts voor Toon. Ik vind Alles is liefde nog steeds heel goed, daar doen we ook een shout-out naar in De kuthoer.”


Hoe verliep de samenwerking met Ivo?
“Ivo en ik maken samen films sinds ik veertien was en hij vijftien, dus we zijn echt een makersduo geworden. Mensen onderschatten hoe groot zijn aandeel is in de scripts. Hij schrijft nooit mee, maar zijn ideeën over structuur en de emotionele kern van de vertelling maken mijn scenario’s echt tig keer beter. Ik ken geen regisseurs die zo goed zijn in zorgvuldig feedback geven als Ivo. De kuthoer was wat mij betreft onze fijnste samenwerking tot nu toe, we leren steeds beter te communiceren.”
 
Het is bijna kerst, hoe heb je dit jaar ervaren? Welke ervaringen of projecten zijn je het meeste bijgebleven?
“Ik had best een raar jaar, dat begon met een éénsterrenrecensie in De Volkskrant voor een theaterstuk waar ik aan meeschreef, een jaar waarin ik veel met mijn gezondheid klungelde en nu is opeens De kuthoer er. We hebben meer dan twee jaar aan dit project gewerkt, en om dan bij de première te zien dat wat wij hebben bedacht aanslaat bij (in ieder geval dát) publiek, dat was heel bevredigend. We zullen wel zien hoe de rest van de wereld er op reageert, maar zelf heb ik toch geconcludeerd dat dit het beste is wat ik tot nu toe geschreven heb. Dat mag ook wel gezien de tijd die ik eraan kon werken. Maar toch, fijn.”  
 
Wat zou je graag nog willen maken? 
“Ik hoop meer dingen in deze trant te kunnen maken, dingen die actueel zijn, en niet alleen maar autobiografisch of navelstaarderig, maar die ook in gesprek zijn met de buitenwereld, if that makes sense. Er is best wel wat aan de hand, in onze kranten en op onze journaals, en ik denk dat fictie een uitmuntende manier is om het denken daarover te stimuleren en een richting op te sturen.
 
En een zombiefilm. Dat ook.”
 
Waar heb jij scenario gestudeerd?
“Ik heb Writing for Performance gestudeerd in Utrecht. Dat is van oudsher vooral een toneelschrijfopleiding, maar er komen steeds meer scenaristen vanaf. Ik geef er nu les en vind de nieuwe generatie griezelig getalenteerd. Concurrentie!”
 
Heb je nog tips of advies voor (beginnende) schrijvers? 
“Ik vind het heel frustrerend als scenaristen niet lijken te hebben nagedacht over wat ze willen zeggen met hun film. Scenaristen die een reeks toffe scènes en gezellige plottwists aan elkaar hebben geregen zonder na te denken over welke uitspraak het geheel doet over de wereld. Je bent een schrijver, je hébt een wereldbeeld, je hébt iets te vertellen, vertel het dan ook.”

Foto Daan Windhorst: Merlijn Doomernik; Foto’s De kuthoer: Nikolai van Nunen

Wat zoek je?